Beroepen op straat

Veel beroepen waren zichtbaar op straat

Het straatbeeld zag er in de eerste helft van de vorige eeuw totaal anders uit dan nu. De melkboer kwam aan de deur net als de bakker, groenteman, de schillenboer, de kolenboer en vele anderen. De vuilnisman haalde twee keer per week het vuil op. Kinderen speelden probleemloos op straat want ze hadden weinig hinder van het verkeer. Je ziet ze nu nog  steeds maar meer in de rustige straten van de woonwijken en op de aangewezen speelplaatsen.


Haastig
Het huidige straatbeeld wordt  vooral bepaald door auto's, voorbij razend verkeer, haastige voetgangers en fietsers die zich van A naar B verplaatsen. Jonge mensen snellen voorbij met 'oortjes' in het hoofd en de blik gericht op een klein beeldschermpje dat ze met beide handen vasthouden. Ze bevinden zich letterlijk in een andere wereld dan hun leeftijdgenoten destijds. Het leven speelt zich nog nauwelijks af op straat.

Pinda, pinda
Pindachinees, maker onbekend

Vroeger was natuurlijk niet alles beter. Armoede was zichtbaar en de meeste mensen moesten hard werken voor een mager loontje. Anderen probeerden een paar centjes bij te verdienen met het venten van allerlei spullen, van bloemen tot loten en sigaretten. Je zag ook karren met handelswaar door de straten trekken, luid aangeprezen door de kooplieden. Dat kon van alles zijn. Een Chinese zeeman die letterlijk was gestrand in Katendrecht verkocht in de crisisjaren pinda's op straat. Willy Derby heeft daar een liedje over gemaakt: “Pinda, pinda, lekka, lekka!”
 


Sandwichmannen

Scharensliep, foto H. Rebers
Verder zag je straatartiesten, sandwichmannen, een scharensliep en een   zielig aapje aan een ketting die kunstjes verrichtte. In de oude binnensteden was op straat veel te zien en te horen. De sociale controle was groot en de humor lag letterlijk op straat.

Natuurlijk is het nu niet alleen kommer en kwel want op een mooie dag stromen de terrassen vol, flaneren mensen voorbij en zijn de winkels gevuld met kooplustigen. Winkelbedienden, obers, kelners, taxichauffeurs, trambestuurders en aanbieders van goede en slechte doelen zie je nog steeds. Net als bezorgers, agenten, bouwvakkers, huisschilders, stratenmakers en noem maar op. Ze zijn alleen wat minder dominant. Een enkele straatmuzikant kun je zomaar tegenkomen en de muzikale klanken van een draaiorgel klinken je soms tegemoet. Maar helaas zijn veel beroepen niet meer zichtbaar op straat of geheel verdwenen.

Internet
Nieuwe beroepen zijn ervoor in de plaats gekomen, maar meestal weggestopt in betonnen kantoorgebouwen met veel glas. Op straat merk je er dus weinig van. Winkels beginnen last te krijgen van internet omdat je achter het scherm zowat alles kunt bestellen wat er is.  De social media lijken de plaats te hebben ingenomen van de sociale contacten op straat. Het is een ontwikkeling die je niet tegenhoudt.

Bert van der Waarde